Alle opties open?

Eén meter, twee meter, drie? Misschien wel nog meer, of toch minder… Wat moeten we in het laaggelegen Nederland wanneer de zeespiegel steeds sneller gaat stijgen, waarschijnlijk ooit stopt met stijgen en misschien zelfs ooit weer gaat dalen? Een eenduidig antwoord op deze vraag is niet mogelijk en zelfs niet wenselijk. Het gaat om wat er op de korte termijn te kiezen valt en welke rol potentiële oplossingen op de lange termijn bij die keuzes spelen.

Ideeën over de zeespiegelstijging, verteld door Flows Productions.

Oplossingen in de toekomst, of beslissingsondersteuning in het heden?

In het denken over de zeespiegelstijging horen we momenteel dat we “alle opties open moeten houden, tussen drie hoekpunten van het speelveld: zeewaarts, beschermen en meebewegen”.
Wat betekent dat eigenlijk, “alle opties open houden”?

Om het speelveld in beeld te krijgen zijn momenteel tientallen senior professionals in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging aan het brainstormen: meestal worden er dan omvangrijke totaaloplossingen op een kaart getekend. Die zijn vervolgens te ontleden tot locatiespecifieke “bouwstenen” (behapbare projecten) die we in de komende decennia stap voor stap adaptief in kunnen zetten. Er zijn in de afgelopen jaren al veel bouwstenen bedacht (een inventarisatie van 31 documenten over de Rijn-Maasmonding vond 47 locatiespecifieke bouwstenen, waarvan voorlopig 27 kansrijk geacht), dus het wordt spannend welke nieuwe er nog bij komen.

Totaaloplossingen en bouwstenen voor de lange termijn zijn boeiend, maar het wordt pas menens als we inzoomen op de schakel tussen mogelijkheden in de verre toekomst en beslissingen in het rauwe heden, door mensen van vlees en bloed. Als we dit niet op tijd op scherp stellen, zal er veel energie gaan naar het uittekenen van vrijblijvende plannen – flauw geformuleerd: luchtfietserij.

Beslissingsondersteuning in het heden als primair doel stellen levert een ander soort onderzoeks- en ontwerpinspanning op dan oplossingen voor problemen in de toekomst als primair doel stellen.

Als illustratie twee vraagstukken in het heden in het ingewikkeldste deel van het hoofdwatersysteem: de benedenrivieren.

Beslissingsondersteuning in het heden als primair onderzoeks- en ontwerpdoel stellen levert een andere inspanning op dan oplossingen voor problemen in de toekomst als primair doel stellen.

Voorbeeld 1 – Hoe zwaar moeten we dijkversterkingen uitvoeren?

Van de 500 kilometer dijken in de benedenrivieren voldoet ongeveer de helft aan de norm, 40 procent is afgekeurd en 10 procent wordt op korte termijn versterkt in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Bij een versterkingsopgave moet men kiezen hoe zwaar de versterking uit te voeren.

Het lastigste traject is de dijk door de historische binnenstad van Dordrecht. Die is anno 2023 nog net goedgekeurd, maar wordt waarschijnlijk bij 10 centimeter zeespiegelstijging afgekeurd.

Wel in het heden afgekeurd zijn de 10,5 kilometer dijken langs de westkant van de Hollandse IJssel. De betrokken bestuurders hebben in maart 2023 gekozen voor een dijkversterkingsproject van 280 miljoen euro en daarmee voor een jarenlange bouwput voor de deur van 800 adressen. Daarmee moeten de dijken minimaal 50 jaar lang weer aan de Waterwet voldoen.

Ze kunnen tegen minder kosten aan de Waterwet voldoen als we nu of over tien, twintig of dertig jaar een nieuwe moderne stormvloedkering onder de huidige Hollandse IJsselkering bijbouwen, met een gemaal ernaast. Deze mogelijkheid in de toekomst kan in het nu flink op kosten besparen, en geeft bovendien minder overlast tijdens de dijkversterking. Bovendien is er van een goed afsluitbare Hollandse IJssel tijdens steeds drogere toekomstige zomers een zoetwaterbekken te maken met een opslagcapaciteit drie keer zo groot als het Brielse Meer. Ook mogelijke maatregelen zoals de Hollandkering en het Calandgemaal zullen de Hollandse IJsseldijken van de toekomst verlichten (zie de publicatie Samen Sterk).

Is het keuzeproces voor de Hollandse IJsseldijken wel genoeg geïnspireerd met opties vanuit de lange termijn?

Het is raadzaam om de relatie tussen de kortetermijnkeuze en de langetermijnmogelijkheden op deze case nader te onderzoeken, zodat de Hollandse IJssel wat kan leren aan de “grote broer”: het hele benedenrivierengebied. Want daar speelt, zij het ingewikkelder, hetzelfde (zie ook de publicatie Samen Sterk en de illustratie hieronder).

Na de 10,5 kilometer Hollandse IJsseldijken zijn er nog 489,5 kilometer te gaan…

Worden de keuzeprocessen voor de dijkversterkingen in het benedenrivierengebied wel genoeg geïnspireerd met opties vanuit de lange termijn?

Previous slide
Next slide

Voorbeeld 2 – Waar moeten we ruimtelijke reserveringen leggen?

Als de zeespiegel stijgt, moeten steeds meer dijken hoger en breder worden en dat is in de sterk verstedelijkte benedenrivieren geen lolletje. Net zoals bij de Hollandse IJsseldijken een gemaal bij de Hollandse IJsselkering een alternatief of verlichting is voor dijkversterking, zijn er voor dijkversterkingen in het gehele benedenrivierengebied bovenregionale alternatieven: systeemmaatregelen, vooral rivierverruiming, noodberging, stormvloedkeringen en gemalen.

In het nu moeten we bepalen of we in streekplannen en bestemmingsplannen ruimtelijke reserveringen willen aanbrengen op plekken waar dijkversterkingen of systeemmaatregelen zouden kunnen komen. Als er over veertig jaar ergens een rivierruiming kansrijk is, is het bijvoorbeeld raadzaam om daar geen woningen te bouwen.

De vorm van de ruimtelijke reservering in het heden is een functie van de kansrijkheid van de maatregel in de toekomst. Kansrijkheid is niet eenvoudig te bepalen: heeft de maatregel een goede kosten-baten verhouding in een degelijke analyse? Zijn er veel mensen enthousiast over of is er veel kritiek op, ofwel: is er een fatsoenlijk debat gevoerd? Dat is al niet eenduidig voor beslisproblemen in het heden, laat staan voor mogelijke maatregelen in de toekomst.

Het aardige van ruimtelijke reserveringen is, dat we het ook om kunnen draaien: de benodigde onderbouwing hangt af van de impact van de ruimtelijke reservering.

Bestuurders in het nu zouden bijvoorbeeld al best voor ruimtelijke reserveringen voor de systeemmaatregelen Hollandkering, Boulevardkering en Merwedekering (zie hier) kunnen kiezen, ook al is de onderbouwing van deze maatregelen nog niet zo grondig; de betrokken grondgebruikers zullen immers nauwelijks last hebben van de reservering. Bij vastgoed daarentegen hakt een ruimtelijke reservering er in: als de schaduw van een potentiëel disruptief bouwproject ergens overheen hangt worden de gebouwen er minder waard. Dan staat er bij een ruimtelijke reservering in het heden meer op het spel, en is er dus een degelijkere analyse en uitvoeriger debat nodig; ook over maatregelen in een verre toekomst.

De benodigde onderbouwing voor een ruimtelijke reservering hangt af van de impact van de ruimtelijke reservering.

Wat betekent “alle opties open houden”?

De suggestie van dit artikel is dus om de bouwstenen voor de langetermijn zeespiegelstijging zoals die nu ontwikkeld worden aan te scherpen, door voor te sorteren op het belang ervan voor beslisproblemen in het nu.

Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging heeft voorlopig gekozen voor 2 en 5 meter zeespiegelstijging als randvoorwaarde voor de toekomstplannen: punten zo ver in de toekomst dat ze beslisprocessen in het heden niet verstoren. Dat maakt het kennisprogramma vrijblijvend, tenzij het nadrukkelijk een voorverkenning is om vandaaruit in een volgende stap wel degelijk de link tussen de lange en de korte termijn te gaan leggen.

Het belang van deze verbinding is bekend bij deltadeelprogramma’s zoals Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, die toewerken naar de deltabeslissingen in 2026. Een deltabeslissing wekt pas de interesse bij bestuurders en burgers als het over iets wezenlijks in het heden gaat.

Keuzes in het nu doen er toe. Nu honderden miljoenen uitgeven aan dijkversterkingen betekent dat bovenregionale systeemmaatregelen minder op dijkversterking besparen. Een ruimtelijke reservering in het heden vergroot de kans op een maatregel ter plaatse in de toekomst.

Naast dijkversterking en ruimtelijke reserveringen zijn er nog meer waterveiligheidsrelaties tussen de verre toekomst en het heden: vooral bij buitendijkse ontwikkeling, binnendijkse woningbouw en indirecte relaties via met waterveiligheid samenhangende ruimtelijke functies, zoals scheepvaart en aquatische ecologie.

Opties op de lange termijn zijn niet open, of dicht; beter is te spreken van “kansrijkheid”. En die kansrijkheid verandert voortdurend, door keuzes in het nu.

 

Een potentiële deltabeslissing wekt interesse bij bestuurders en burgers als het over iets wezenlijks in het nu gaat.

Meer lezen?

Verkenning van systeemmaatregelen in de Rijn-Maasmond

Systeemmaatregelen in de Rijn-Maasmond doorgerekend

Deltares

Blokkendoos Rijnmond-Drechtsteden

Heldere kaarten en een webarchief speciaal gemaakt voor de zeespiegelstijging

Flows Platform

Flows Maps

Woord

Ties Rijcken

Beeld

Vincent de Gooijer

Stem

Liesbeth van Rooijen

Kaart

Ties Rijcken

Uitgave

Flows Productions