3. Van grote periodieke kennissprongen naar doorlopende kennisintegratie
De generieke modellen worden niet meer wettelijk vastgelegd, maar er moet een bredere en dynamische kennisbasis ontstaan. Astrid Labrujere: “Die bestaat uit (1) het basisinstrumentarium van het Rijk met een jaarlijkse update, (2) een continue ontwikkeling externe kennis in bijvoorbeeld versterkings- en kennisprogramma’s en (3) nieuwe inzichten voor het schematiseren uit bijvoorbeeld sonderingen of beheerervaringen.”
Zo zijn er regelmatig nieuwe inzichten in initiële mechanismen zoals piping. Astrid Labrujere vervolgt: “Neem de ontwikkelingen in de faalpadenbenadering. In het verloop van de tijd faalt een kering pas als er een kritieke hoeveelheid klei en zand is weggespoeld en dit punt kan nog niet bereikt zijn als een storm al weer aan het uitrazen is. Wanneer we duidelijker weten hoe dit in elkaar zit, kun je het gaan toepassen in de beoordeling. Dit is een belangrijke ontwikkeling voor bijvoorbeeld het kunnen beoordelen en ontwerpen van natuurrijke dijken, zoals dubbele dijken.”
Han Knoeff legt uit dat je altijd moet beginnen met het doel van een analyse. Wanneer evident duidelijk is dat een actuele overstromingskans veel kleiner is dan de wettelijke overstromingskans is een nauwkeurige bepaling van de overstromingskans niet nodig. Het gaat om het tussengebied tussen zeker sterk genoeg of zeker niet. “De beoordeling moet voldoende betrouwbare informatie leveren voor het opstellen van een landelijk veiligheidsbeeld, en als onderbouwing voor maatregelen. Soms moet het een heel nauwkeurig beeld zijn, soms is een globaal beeld voldoende. Je moet kunnen detecteren wanneer nieuwe informatie zoveel effect heeft dat de overstromingskans opnieuw moet worden bepaald.”
Het veiligheidsbeeld bestaat uit vier categorieën: A+ (voldoet ruim aan de signaleringswaarde) tot D (voldoet ruim niet aan de signaleringswaarde). Het uiteindelijke doel is echter niet de beoordeling maar het handelingsperspectief. Johan Offermans: “Ander beheer of aanvullend onderzoek is ook een goede uitkomst van de beoordeling. Uitgekiend beoordelen levert niet alleen scherpere investeringen op, het voorkomt ook onnodige investeringen. En dat is net zo waardevol als nieuwe investeringen.”
Andries Vierlingh stelde in de 17e eeuw dat ‘men zijn dijcken soo hooch ende sterck moet maecken dat ghij gerust moecht slaepen.’ Inmiddels hebben we het meest verfijnde dijkensysteem van de wereld, goed voor de nachtrust van 17 miljoen Nederlanders. Johan Offermans besluit: “Laten we ervoor zorgen dat dit zo blijft.”